tomo Sevic-Gecan
In de uitwisseling tussen de twee initiatieven staan hun overeenkomsten centraal, maar niet minder hun verschillen: wat is de praktijk van een onafhankelijke, kleine instelling in New York, in vergelijking met een in een middelgrote stad in Nederland? Hoe verhoudt het kunstenaarsschap zich tot politieke, maatschappelijke en financiele problematiek, alhier en aldaar?
In het eerste deel van het uitwisselingsproject bracht Partiucipant Inc. en haar kunstenaars een indringende, bij vlagen ietwat rauwe en (politiek) beladen tentoonstelling.
Als vervolg op HOSTED I bracht Nieuwe Vide acht kunstenaars in het New Yorkse initiatief Participant Inc.: Yvonne Fontijne, Drifter TV, Pieter W Postma, Jan Maarten Voskuil, Dan Geesin, Anno Dijkstra, Martijn Sandberg en Tomo Savic-Gecan. De kunstenaars, met uitzondering van de laatste twee, verbleef gedurende een week in de twee Mondriaan-Lofts. Dit gaf de Nieuwe Vide-ploeg de mogelijkheid in de tentoonstellingsruimte complexer werk zelf te installeren, maar ook te experimenteren met nieuw werk, ter plaatse gemaakt. Ook maakte dit een aantal performances mogelijk: zo speelde Dan Geesin live op de opening van HOSTED II, maar ook op het legendarische podium CBGB’s, dat overigens enkele weken later haar deuren (definitief?) sloot. Het live multi-mediaproject Drifter TV (animatie: Nils Mühlenbruch, samples: Remko van der Drift) speelde op de opening, maar ook in The Piano Club en op een door Participant Inc. georganiseerd festival rond een aantal boekpresentaties.
De tentoonstelling zelf was –zoals beoogd- helder en uitgewogen, en als zodanig contrastrijk met de presentatie die het New Yorkse initiatief in Haarlem heeft gebracht. Feitelijk alle getoonde werken vertoonden iets wat je nog het best als een ‘klare lijn’ zou kunnen omschrijven. Nieuwe Vide heeft moedwillig geprobeerd werkelijk een ander beeld neer te zetten dan men vanuit de context daar gewend is. En is hierin in onze optiek (en die van Participant) ook in geslaagd. Het verschil tussen deze tentoonstelling en ‘reguliere’ presentaties van Participant, in aard, toon, inhoud en vorm, werd uitvoerig besproken, in debat tussen de twee organisaties en ‘hun’ kunstenaars, maar ook met het publiek.
Eén verschil tussen de ‘nederlandse’ kunstwereld en die van New York is in ieder geval evident: de New Yorkse kunstenaars en het publiek hebben een snellere, maar ook meer open en directe manier van communiceren over het werk, dan wij gewend zijn.