9/325/327/9

Een nieuw werk van Eric Martijn: een symmetrische handeling als een sculptuur



Eerder deconstrueerde hij de binnenwanden van de tentoonstellingsruimte van de Haarlemse galerie Nieuwe Vide. In de ruimte, die toonde als een white cube, klapten uitsnedes van de wanden naar binnen en vormden zo een enorm obstakel voor de bezoeker. Deze had de keuze er overheen te klimmen of er onderdoor te kruipen om de rest van de tentoonstelling te kunnen zien.

Een kleinere variant toonde hij in de Italiaanse Villa Del Grumello. Een paneeldeur (herkomst Amsterdam) werd verzaagd tot zes vierkante delen, identiek van maat. Deze werden verlijmd tot een kubus en precies in het hart van het gebouw tentoongesteld. De scheidslijn tussen hier en daar, die de deur ooit belichaamde, werd in een klap enorm opgerekt door resoluut (voor eeuwig?) de ruimte die de deur nu omvat van de rest van de wereld af te scheiden.


unknown-1


Omvormen, barricaderen, ontsluiten en omdraaien zijn leidende handelingen in het werk van Eric Martijn. Zo heeft hij in samenwerking met Frank Penders ook de baan van de Amsterdamse Noord-Zuidlijn een millimeter weten te verleggen. En schijnt hij een bic-pen binnenstebuiten te hebben gekauwd.


In Den Haag nu toont hij het tweeluik 9/325/327/9. Kunstenaarsinitiatief |elders vroeg Eric Martijn een werk te plaatsen in hun tijdelijke behuizing, het appartement 325 aan de Reitzstraat. Binnenkort zal de woning, net als het gehele blok, worden gesloopt. Alle omliggende appartementen zijn afgetimmerd met bouwplaatmateriaal. Men kan slechts gissen naar hetgeen hier binnen aangetroffen kan worden.

Ook de buurwoning van 325, te weten 327, is dichtgetimmerd en in duisternis gehuld. De ingang van 327 bevindt zich tegenover die van 325, aan de andere kant van het portaal. In één enkele handeling, die op zichzelf symmetrisch is, opende Eric Martijn de deur van 327 om vervolgens met het plaatmateriaal waarmee het appartement was dichtgetimmerd de tijdelijke behuizing van het kunstenaarsinitiatief af te sluiten.

Met een minimale (en illegale) handeling wordt het lichte appartement aan het zicht onttrokken en de duistere (want nog steeds van buiten dichtgetimmerde) ruimte voor de beschouwer geopend. Nu verwordt de handeling an sich tot sculptuur. Sterker nog, het is de gedachte aan deze handeling die is verworden tot sculptuur. Want het is slechts de gedachte van de beschouwer, de wetenschap dat de kunstenaar deze handeling heeft uitgevoerd, die rest en nu het beeldhouwwerk vormt. Een ruimtevullend, zelfs ruimteomvattend beeld.


Op een flinke steenworp afstand bevindt zich aan de Loosduinseweg 9 de ruimte van Stichting Ruimtevaart, een ander Haags kunstenaarsinitiatief. Hier wordt het andere deel van het tweeluik getoond. In de tentoonstellingsruimte, waarin overigens officieel volgens voorschriften maar vijf personen tegelijkertijd aanwezig mogen zijn, stelt het werk verder scherp op begrippen als in- en uitsluiten, openen en afsluiten. Op een draaideur, die overigens niet meer als zodanig in gebruik is, beletterde Eric Martijn een ritmisch gedicht in 24 regels. Het bovenste blok van 12 regels, beginnend met de regel NEE NEE | NEE JA | JA NEE | JA JA is oranje geletterd, het onderste blok groen. Overduidelijk verwijzen zij naar de stickers die men op de brievenbus plaatst om het posten van (on)geadresseerd reclamedrukwerk al dan niet toe te staan. Alle 24 mogelijke combinaties van de vier varianten krijgen zo een regel toegedicht.

En ook dit werk is, net als het werk aan de Reitzstraat, symmetrisch binnen zichzelf: vouwt de beschouwer in gedachte de eerste twaalf regels over de laatste twaalf, het oranje over het groene deel dus, dan heffen de ja’s en nee’s elkaar precies op. NEE NEE wordt vereffend met JA JA, NEE JA gecompenseerd door JA NEE, enzovoorts en zo verder. Wat is het middelpunt tussen ja en nee eigenlijk?

Nul, weet niet, of misschien misschien?


unknown-2


Is het werk 9/325/327/9 in zijn geheel een symmetrisch spiegelbeeldig tweeluik of juist een diptiek in het kwadraat. Of is het mogelijk dat zij beiden tegelijkertijd is? Dan grijpt het werk weer in zijn geheel terug en is hier tegelijkertijd één plus één drie, als twee maal twee weer één maakt.


Als een slang die zich in zijn eigen staart bijt.

Of een bezoeker (jijzelf, eenieder?) die rondjes blijft lopen in een draaideur zonder naar binnen of naar buiten te stappen:

In-Uit-In-Uit- In-Uit-In-Uit- In-Uit…

JA NEE, NEE JA, JA JA, NEE NEE…




Martijn Lucas Smit, mei 2012