Toch de spiegel uit Alice in Wonderland?

Stories to be told, de universa van Pieter W Postma


47mirror


We treden een hal binnen, een betonnen bak eigenlijk. Gele strepen op de grijze vloer benadrukken de lengte van de ruimte, maar wijzen ook op de functie van de hal: dit is een plek van komen en gaan, hier wordt geladen en gelost, met een drukte die door gele strepen gereguleerd moet worden.

Vrij hangend in deze ruimte vinden we een abstracte vorm, opgebouwd uit dunne, zwarte lijnen. Een soort ruimtelijke tekening, met een bijzonder dynamisch lijnenspel.

Maar wat is het?

Op één manier maakt deze transparante vorm contact met de vloer: aan een aantal lijnen vanuit de constructie hangen spierwitte honden, bevroren in een bijzonder agressieve pose, als een ruimtelijke actiefoto. Bijna ruik je het kwijl, of zie je hun hete adem. Trekken ze de constructie uit elkaar en zijn zíj dus verantwoordelijk voor deze bizarre vorm?

In het midden van het ruimtelijke werk, in het centrum tussen de zwarte lijnen, hangt een stoel, een zwevende zetel. Het is deze stoel die de installatie haar betekenis geeft: een bizar transportmiddel, een voertuig uit een andere wereld. In afwezigheid van de bestuurder –de stoel is immers leeg- zal het roedel honden het schip bewaken en beschermen. Tegen ons, de beschouwer?


De installatie, getiteld C.no.10 CH-9, is een werk van beeldend kunstenaar Pieter W Postma. Het werd in september 2009 getoond in de zogenaamde loading dock, een inpandige laad- en losruimte van het Haarlemse vlakke vloer theater De Toneelschuur. Deze plek in het theater is normaliter niet voor publiek toegankelijk.

Bij deze tentoonstelling was de immense roldeur aan de voorzijde geheel geopend. De roldeur achterin de ruimte, waardoor normaliter wordt gelost en geladen was gesloten. Hierdoor toonde de ruimte als een soort doorgeefluik of sluis. Net binnengelaten aan de ene kant wacht men tot de andere zijde betreden kan worden.


pwp_0

C.No.10 CH-9, De Toneelschuur, Haarlem


Als poort tussen twee werelden, tussen twee verschillende tijdsgewrichten, of parallelle universa. Of misschien de spiegel uit Alice In Wonderland?

Wellicht zijn daarom de honden in de installatie zo agressief: net beland in een voor hen volkomen onbekende wereld en ook nog door hun baas verlaten.


Het oeuvre van Pieter W Postma wordt bevolkt door bizarre voertuigen, vervreemdende gebruiksvoorwerpen en buitenissige creaturen. Reizigers, door Postma steevast als rocketeers omschreven, dragen namen als LTX., De Zweeper, Eéno Bismi of Javmo Hopr. Ze verplaatsen zich tussen universa in vaak felgekleurde vehikelen als de Hdtr.No.16, De Planeetcruiser of Raket No.14. Soms laten ze iets achter in ‘onze’ wereld, een wapen, een jachttrofee, een masker of een verloren handschoen.


Pieter W. Postma toont ze als losse onderdelen of in kleine groepen van naar elkaar verwijzende elementen in de tentoonstellingsruimte. Even vaak komen alle onderdelen en media bijeen in grote installaties: zogenaamde Stories To Be Told, als scènes uit een film, of passages uit een roman.

De eerste installatie uit deze reeks die ik van hem zag was het indrukwekkende Raket No.17 en hoe de rocketeer een haas ving. Als een soort enorm insect staat een voertuig op drie poten op de grond. Fel rood en glimmend metaal. Langszij is een vreemd tafereel te ontwaren: in acht stappen wordt getoond hoe een rennende haas wordt beschoten, wordt getroffen, over zichzelf heen buitelt en tenslotte sterft. Als een soort stop motion scène  op een rijtje. Of als een driedimensionale reeks van Muybridge. Een tragisch en poëtisch beeld.

Meer verstild is het werk Checking the ground while hanging from my hatch. Een gedaante hangt aan een transparante constructie, klaarblijkelijk een onderdeel van een schip dat zojuist is geland op onbekend terrein. De rocketeer neemt voorzichtig polshoogte: hangend uit de uitgang reikt hij voorzichtig naar het oppervlak. Is het hier veilig voor hem?


Raket No.18 en daaromheen is minder verstild, gelaagder, zowel als beeld, als in gecombineerde technieken. Een geel/zwart voertuig is vastgelopen op een hellend vlak. De rocketeer is niet aanwezig in zijn zetel. Het schip wordt voortgetrokken door een vijftigtal zwarte paardjes, die zwoegend in hun tuigjes het schip vlot proberen te trekken. Aan de zijkant wordt een man geprojecteerd die met een zweep de paarden aanjaagt. Een bizar schouwspel.


Schouwspel is dan ook een rake typering voor deze Stories to be told. De benoeming verenigt het theatrale aspect in de installaties met een zeker spelelement. In die zin staat Postma hiermee voor de Homo Ludens, het spel als sublematie van het mens-zijn, zoals ruim tachtig jaar omschreven door de historicus Johan Huizinga: een ernstig spel weliswaar, maar het blijft een spel.

En gespeeld wordt er in deze werken. Zo is er constant het spel met de grens van de geloofwaardigheid. Hoever weet hij zijn beschouwer mee te slepen? Wanneer is een ruimteschip een ruimteschip? Het lijkt ongeloofwaardig een aantal aan elkaar geschroefde zwarte latten, eigenlijk een abstract lijnenspel, te doen vliegen. Toch doet de installatie je dit geloven. Een uit katoen genaaide in fragmenten stervende haas weet mededogen op te wekken. De witte honden tonen cartoonesk èn vervaarlijk tegelijkertijd. Postma loopt hiermee over een smalle evenwichtsbalk: hij neemt de beschouwer mee de abstractie, het fantasme en de surrealiteit in, maar net niet zo ver dat de realiteit uit het oog wordt verloren.


Een ander speelvlak is dat van maatvoering. Postma schakelt in zijn werken constant tussen verschillende eenheden van maat. Sommige van zijn ruimteschepen meten een paar decimeter. Betreft het hier een model of prototype, of leeft de werkelijkheid waaruit het afkomstig is eenvoudigweg in een andere maatverhouding? Nog intrigerende is het, wanneer verschillende maatvoeringen binnen een en hetzelfde werk bij elkaar komen. De zwarte paarden in Raket No.18 en daaromheen zijn net kleiner dan een kat, het geel/zwarte voertuig meet een meter of vijf, waarvoor de geprojecteerde rocketeer met ongeveer de helft van de menselijke maat dan net weer te groot lijkt. Alsof de installatie een knooppunt is van verschillende werkelijkheden, die elk hun eigen maat kennen. Vreemd genoeg komt de verwarring die hiermee wordt gezaaid de vanzelfsprekendheid van de werken juist ten goede. Alsof de beschouwer doordat hij steeds op het verkeerde been wordt gezet geen tijd krijgt te gaan twijfelen.


raketno14

Raket No.14


Tenslotte speelt Postma met de verleiding, óf juist het gebrek daaraan. Zijn werken kennen altijd een component van virtuositeit en het streven naar perfectie in combinatie met een tegenpool ervan. Een glimmend, helblauw, glad en glanzend oppervlak raakt aan een grof houten constructie. Uit stof en [kunst]leer worden op bijzonder vernuftige wijze bizarre creaturen en kostuums genaaid, maar uiteindelijk zie je toch weer de stiksels en vaak zelfs de vele losse eindjes. Net als de wisseling van maatvoering dwingt dit de beschouwer een werk steeds in een ander perspectief, vanuit een ander gezichtspunt te zien.



Maar waar komt dit verlangen naar al deze andere werelden, steeds veranderende perspectieven vandaan? Een zekere jongensachtige verwondering is in ieder geval aanwezig. Een fascinatie voor vervreemding en voor het grote gebaar. Een hang naar ontdekking en onderzoek. Maar de vertaalslag die Pieter W. Postma weet te maken van de parallelle universa naar de wereld waarin wij leven, kan ook gezien worden als een metafoor voor de kunst zèlf. Het proces van de creatie van een werk is immers altijd een vertaling van de werkelijkheid van de kunstenaar naar die van elke individuele beschouwer. Met het atelier als doorgeefluik, sluis, of de spiegel van Alice zo men wil.


48mirror


In ieder geval, elke keer als ik ’s avonds laat langs de loading dock van de Haarlemse Toneelschuur wandel of fiets, en ik zie een flauw streepje licht onder de enorme roldeur schijnen, kan ik niet nalaten me af te vragen wat ik in de volgende tentoonstelling van Pieter W. Postma zal aantreffen.


Pieter W Postma op het net


martijn lucas smit, maart 2011, haarlem